Alle hersentumor informatie

          

De open schedel hersenoperatie craniotomie.

hersentumor craniotomie operatieHet woord ‘craniotomie’ komt uit het Latijn en betekent: openen van de schedel (cranio). Bij deze ingreep maakt de neurochirurg een luikje in de schedel, zodat hij in de hersenen kan komen met als doel een hersentumor geheel of gedeeltelijk te verwijderen.

Redenen:

Een craniotomie kan plaatsvinden om:

  • Een stukje hersenweefsel te verwijderen voor onderzoek (open biopsie)
  • Zoveel mogelijk tumorweefsel te verwijderen (tumorresectie)
  • Beide. Als er nog geen biopt is genomen en snel ingrijpen toch gewenst is kan er ook een combinatie van het verkrijgen van hersenweefsel en het zoveel mogelijk verwijderen van de tumor gedaan worden

Doel van de operatie

Na een craniotomie is het mogelijk een definitieve diagnose stellen. Door de tumorresectie kan ook druk die door de tumor binnen de schedel wordt uitgeoefend opgeheven worden. Door het opheffen van deze 'massawerking', kunnen verschijnselen als hoofdpijn, uitvalsverschijnselen, krachtvermindering, spraakstoornissen en gedragsveranderingen herstellen.

De neurochirurg zal voor de dag van de operatie altijd eerst de reden van opereren, de risico’s en de verwachte opnameduur met de patiënt bespreken. Ook uw medicatiegebruik wordt besproken. De inname van sommige medicijnen moet gestopt worden vóór de operatie. Dit geldt met name voor medicijnen die van invloed zijn op de bloedstolling, zoals Ascal®, Sintrom®, Marcoumar®, Plavix®, Persantin®) en sommige pijnstillers.

Bij elke operatieve ingreep bestaat een risico op complicaties. De kans op complicaties hangt samen met de plaats van de tumor in de hersenen. Complicaties kunnen blijvende gevolgen hebben.

Mogelijke complicaties zijn:

  • verlammingen
  • spraakproblemen
  • bloeding
  • infectie
  • overlijden

De neurochirurg bespreekt de kans op complicaties voor uw specifieke situatie.

De ziekenhuis opname

De dag vóór de operatie

Op de dag voor de operatie vindt een aantal voorbereidingen plaats:

  • De verpleegkundige meet de polsslag, bloeddruk en temperatuur.
  • Zo nodig volgen er onderzoeken, zoals bloedonderzoek of een MRI-scan.
  • De patient krijgt het medicijn dexamethason of indien dit al wordt gebruikt wordt de dosering opgehoogd.
  • Gedurende de dagen dat u dexamethason gebruikt, wordt uw bloedsuikerspiegel regelmatig gecontroleerd.
  • Ter voorkoming van infectie, wast de dag voor en vlak voor de operatie de haar/hoofdhuid met een desinfecterende shampoo gewssen.
  • Soms wordt er om de patiënt voor te bereiden even een bezoekje naar de afdeling Intensive care (IC) gebracht.
  • Een voedingsassistente bespreekt de dieetwensen.
  • Indien gewenst kan in overleg met de anesthesioloog een slaaptablet worden gegeven voor een goede nachtrust.

De operatiedag

Voorafgaand aan de operatie vinden nog enkele voorbereidingen plaats:

  • Vanaf 24.00 uur ’s nachts moet de patiënt nuchter zijn voor de operatie.
  • Vóór de operatie moet de patiënt douchen en het haar en de hoofdhuid goed wassen met de ziekenhuis shampoo.
  • De patiënt mag geen deodorant of make-up en sieraden dragen.
  • Een uur voor de operatie krijgt de patiënt operatiekleding aan. Vaak is dat een blauw/groen hemdje en broek.
  • Dan krijgt de patiënt een paracetamol en eventueel een rustgevend tabletje, als de anesthesioloog dat met de patiënt heeft afgesproken.
  • Een eventuele gebitsprothese, gehoorapparaat of bril dient verwijderd te worden.
  • Als u de patiënt aan de beurt is, brengen de verpleegkundigen van de afdeling hem/haar naar de voorbereidingsruimte van de operatiekamer (holding).
  • In de voorbereidingskamer wordt de patient op een operatietafel geholpen en vervolgens naar de operatiekamer gereden.
  • De anesthesieassistent sluit de patiënt aan op de hartbewaking (monitor).
  • De patiënt krijgt een bloeddrukband om en een infuus in uw arm.
  • Via het infuus worden de narcose middelen ingespoten. Deze middelen werken zeer snel.

De operatie

wakkere hersentumor verwijdering operatieTijdens de operatie opent de neurochirurg de hoofdhuid om bij de schedel te komen. Eerst wordt het haar weggeschoren dat dit gebied bedekt. De neurochirurg maakt vervolgens in het schedelbot een soort ’luikje’, zodat de plek waar hij moet opereren zichtbaar wordt. Daarna kan de tumor geheel of gedeeltelijk verwijderd worden. Hierna wordt het bot teruggeplaatst en de huid gehecht. De operatie kan enkele uren duren.

De neurochirurg kan gebruik maken van drie methoden om de tumor zo nauwkeurig mogelijk te verwijderen en het omliggende weefsel zo goed mogelijk te sparen. Hij zal u hier uiteraard voorafgaand aan de operatie over informeren.

1. Neuronavigatie

Bij deze methode wordt op de dag voor de operatie een MRI gemaakt. Tijdens de operatie wordt met camera’s vastgelegd waar de neurochirurg precies opereert. Deze beelden kunnen als het ware gekoppeld worden aan de MRI-beelden. Zodoende is de neurochirurg optimaal geïnformeerd over de plaats van de afwijking en de plaats waar hij opereert.

2. Gliolan of 5 ALA

Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van de stof gliolan of 5 ALA, die het tumorweefsel doet oplichten. Dit stofje krijgt u van de verpleegkundige in de vorm van een zuur drankje, een aantal uren voor de operatie. Na het drinken van het drankje verblijft de patiënt in bed, waar een soort tent omheen wordt geplaatst. Wanneer de patiënt in het licht zou blijven liggen zou de huid door dit stofje kunnen verbranden. De stof gliolan wordt met name door de tumorcellen opgenomen. Het heeft fluorescerende eigenschappen. Tijdens de operatie wordt gebruikgemaakt van een speciaal filter op een microscoop. De gliolan wordt daardoor zichtbaar: de tumor licht op en de neurochirurg weet waar het tumorweefsel zich bevindt.

3. Wakker craniotomie

In specifieke situaties stelt de neurochirurg de patiënt voor een deel van de operatie niet onder volledige narcose uit te voeren. De patiënt is dan wakker of wordt dan daarvoor weer wakker gemaakt. Dat maakt het mogelijk spraak en/of bewegingen van de patiënt tijdens de operatie te testen. Hersenweefsel wordt geprikkeld, waardoor dit als het ware tijdelijk wordt uitgeschakeld. Door met de patient te spreken wordt getest hoe de patiënt dit ervaart. Wanneer door testen middels aanraking tijdelijke uitval van functie wordt waargenomen weet de chirurg dat hij dit geprikkelde weefsel niet zonder schade kan verwijderen.

Aan deze operatie gaat een specifieke voorbereiding vooraf. De patiënt spreekt met een anesthesioloog die speciaal deskundig is op het gebied van deze operatie en ook de logopediste die de testen tijdens de operatie bij u uitvoert.

Na de operatie

Na de operatie wordt de patiënt wakker op de uitslaapkamer, veelal de recovery room genoemd. De recovery verpleegkundige neemt contact op met de patiënt contactpersoon om te vertellen dat de operatie achter de rug is. De patiënt ligt aan een monitor, zodat de verpleegkundige de hartslag, ademhaling en bloeddruk kan controleren. Ook worden er regelmatig (neurologische) controles uitgevoerd. Er wordt getest of en wanneer de patiënt de ogen opent, er wordt getest hoe de bewegingen en spraak zijn.

De patiënt heeft na de operatie een strak verband om het hoofd dat de wond bedekt. In de wond laat de neurochirurg meestal één of meer wonddrains achter. Een drain is een slangetje dat wondvocht en bloed afvoert. Ook heeft de patiënt nog een infuus, zuurstofslangetje en een urinekatheter.

Als de patiënt pijn heeft of misselijk wordt, krijgt de patiënt van de verpleegkundige medicijnen. De verpleegkundige vraagt de patiënt de pijn uit te drukken in een cijfer. Het is mogelijk dat een patient na de operatie niet meteen kan praten, omdat er via een buisje in de keel beademd wordt.

Naar de IC

Als alle controles in orde zijn, geeft de anesthesioloog toestemming om de patiënt naar de afdeling Intensive care (IC) over te plaatsen. Die wordt dan opgehaald door de verpleegkundigen van de IC. Zij zullen de contactpersoon bellen om door te geven dat de patiënt op de IC is en overleggen wanneer er bezoek kan worden ontvangen.

Om u goed in de gaten te houden wordt de patiënt op de IC opnieuw op de monitor aangesloten. Ook worden de neurologische functies regelmatig beoordeeld. Nu mag er weer gegeten en gedronken worden, afhankelijk van hoe de patiënt zich voelt. Op de dag van de operatie mogen geen slaapmedicatie gebruikt worden. Hoe lang een patient op de IC blijft, hangt af van uw lichamelijke conditie, de neurologische functies en eventueel van de bloedwaarden maar het is altijd minimaal één nacht.

Van IC naar de verpleegafdeling

De neurochirurg bepaalt samen met de arts van de IC, de intensivist, wanneer een patiënt weer naar de verpleegafdeling terug kan. Deze wordt dan weer opgehaald door verpleegkundigen van de afdeling. Meestal heeft de patiënt dan nog een infuus, een drain en een urinekatheter. Op het moment dat de patient zelf weer voldoende kan eten en drinken en er geen medicijnen meer via het infuus nodig zijn, wordt het infuus verwijderd. De drain en het strakke verband worden door de verpleegkundige verwijderd in overleg met de neurochirurg. De urinekatheter wordt doorgaans de dag dat een patiënt terug is op de verpleegafdeling of de volgende ochtend.

Afhankelijk van de plaats van de operatie kan het hoofd gezwollen zijn. Ook kan de huid verkleurd zijn vanwege een bloeduitstorting. De pijnscore wordt ook op de afdeling bijgehouden door de verpleegkundigen. Als de patient het lichamelijk aankan, wordt hij/zij uit bed geholpen en als dit nodig is, geholpen met het wassen, aankleden, toiletgang, eten en drinken.

Voorbereiding op ontslag

De arts bespreekt met de patient wanneer er weer naar huis gegaan kan worden. De arts en verpleegkundige bespreken of de patiënt zich thuis voldoende kan redden of dat hulp noodzakelijk is. Het kan zijn dat er hulp nodig is bij de verzorging of bij het huishouden. Wanneer deze ondersteuning nodig is bij het aanvragen van thuiszorg dan wordt dit geregeld door de transferverpleegkundige. Soms is het noodzakelijk dat verdere ondersteuning plaatsvindt ten aanzien van het lichamelijk herstel. De revalidatiearts zal dan kennis komen maken.

Dag van ontslag

De verpleegkundige bespreekt met de patiënt en eventuele naasten hoe laat er naar huis gegaan kan worden. Daarvoor is er nog een gesprek met een verpleegkundige: het ontslaggesprek. De verpleegkundige bespreekt dan nog even de volgende stappen en geeft adviesen.

Enkele dagen na de operatie gaat meestal het haar al weer wat groeien. Het kan een aantal maanden duren voordat het haar weer helemaal terug is. Als een haarwerk of mutsje/sjaaltje noodzakelijk is, dan kan de verpleegkundige hierover informeren.

Uitslag weefselonderzoek en vervolg

De uitslag van het weefselonderzoek is over het algemeen binnen tien dagen bekend. Als de uitslag van het weefselonderzoek bekend is en kan de patiënt een telefoontje krijgen van de neurochirurg of neuroloog of maakt men daarvoor een afspraak. De neurochirurg bespreekt de uitslag van het weefselonderzoek met de patiënt in aanwezigheid van diens naasten. Hij doet, zo nodig, een (voorlopig) voorstel voor een eventuele aanvullende behandeling.


Help ons helpen

Doneer nu!

100% voor hersentumor onderzoek.

Doneer

Pin It