Hersentumor radiotherapie bestraling
Voorbereidingen voor de bestraling
Nadat de diagnose hersentumor is gesteld kan in bepaalde gevallen bestraling als (bij)behandeling gekozen worden. De behandelende arts verwijst de patiënt dan tijdelijk door naar de afdeling radiotherapie. Daar komt de patiënt voor een kennismakingsgesprek bij de bestralingsarts, de radiotherapeut. In het eerste gesprek wordt ook door die arts weer geïnformeerd naar de ziektegeschiedenis, recente onderzoeken en eventuele behandelingen, gevolgd door een lichamelijk onderzoek. Hij bekijkt de situatie nogmaals goed vanuit het oogpunt van radiotherapeutisch behandeling. Daarbij komen ook zaken als de conditie en eventuele problemen/klachten van de patiënt op dat moment aan de orde. Ook bekijkt de radiotherapeut daarbij de eerdere scans (CT-scan of MRI) en laboratoriumuitslagen en overlegt dit met de primaire behandelende arts. Wanneer de radiotherapeut het eens is met de keuze voor bestraling begint de behandeling aldaar, eventueel naast de andere lopende (behandel) trajecten. De radiotherapeut zal de patiënt dan uitleggen wat de bestraling inhoudt en hoe vaak de patiënt moet komen. Dit kan van enkele dagen tot wel zes weken dagelijks zijn, afhankelijk van de situatie. Het doel van de bestraling, de verwachtingen en de mogelijke bijwerkingen worden dan ook besproken.
Op een volgende afspraak op de afdeling radiotherapie wordt de patiënt op een behandeltafel gelegd. Dit gebeurt in dezelfde positie waarin de bestraling zal plaatsvinden. Er wordt dan eerst een masker gemaakt dat aan de tafel kan worden vastgeklikt. De reden van dit masker is er voor te zorgen dat het hoofd van de patiënt tijdens de bestraling stil blijft liggen. Vervolgens wordt dan het bestralingsgebied met een CT-scan in beeld gebracht. Veelal maakt de radiotherapeut ook gebruik van eerder gemaakte CT’s of MRI’s om de tumorpositie precies te bepalen. Behalve het zo precies mogelijk bestralen van de tumor, wordt hierbij uiteraard ook rekening gehouden met het sparen van gezonde organen. Als dat allemaal in kaart gebracht is worden de instel lijnen voor de bestraling met een stift op het bestralingsmasker getekend. De procedure van het maken van het masker wordt in het volgende filmpje in beeld gebracht.
De bestraling
Doorgaans enkele dagen daarna wordt begonnen met de eerste bestraling. In de bestralingsruimte wordt de patiënt door laboranten geholpen. Dit zijn gespecialiseerde verpleegkundigen van een afdeling radiotherapie. Als de patiënt op de behandeltafel heeft plaatsgenomen wordt het masker over het hoofd gelegd en met drukkers achter de oren aan de tafel bevestigd. Daarna wordt aan de hand van de instellijnen op het masker het bestralingsapparaat nauwkeurig in positie gebracht. Hierna gaan de laboranten naar de controlekamer, van waaruit de bestraling verder wordt geregeld. Zij kunnen de patiënt daar op een monitor goed zien en met die patiënt spreken via een intercom.
De hersentumor wordt vanuit meerdere kanten bestraald. De bestraling zelf duurt kort, slechts enkele tientallen seconden. Ook de bestralingsafspraak duurt daardoor hooguit 10 tot 15 minuten. De bestraling zelf doet geen pijn. Soms kan een bestralingsbehandeling wat langer duren afhangelijk van de gebruikte techniek en hoeveelheid straling (dosis) die in het behandelplan van de patiënt bepaald zijn.
Afhankelijk van de benodigde bestralingsdosis wordt er dagelijks bestraald. Doorgaans gebeurt dit vijf dagen per week. Voor de behandeling van hersenmetastasen is de bestraling beperkt tot een aantal dagen. Bij een radicale bestraling van astrocytomen kan de bestralingsperiode oplopen tot zes of zeven weken. Bij een behandelingen van meerdere weken, komen patiënten tussendoor regelmatig voor controle bij hun radiotherapeut langs.