Epilepsie en uitvalverschijnselen
Epilepsie is een aandoening die zich uit in de vorm van aanvallen, die insulten worden genoemd. Deze aanvallen ontstaan door een plotselinge, tijdelijke verstoring van de elektrische prikkeloverdracht tussen de neuronen in de hersenen.
Uitvalverschijnselen en epileptische insulten hangen vooral samen met de plaats waar de tumor zich in de hersenen bevindt.
Epilepsie
Epilepsie wordt veroorzaakt door een lokalisatie van de tumor in of bij de hersenschors, waarbij de tumor bepaalde delen van de hersenschors prikkelt. Een epileptische aanval, een insult, is vaak het eerste teken van een hersentumor.
Soorten aanvallen
Epileptische aanvallen zijn in te delen in twee hoofdgroepen:
- Partiële aanvallen. Dit zijn aanvallen die uit een deel van de hersenen voortkomen. Deze worden veroorzaakt door een verstoring van de prikkeloverdracht op één plek in de hersenen. De verschijnselen bij partiële aanvallen kunnen daarom per persoon verschillen. Dit soort aanvallen hebben verschijnselen zoals trekkingen, verstijving of gevoelsstoornissen op één plaats in het lichaam, bijvoorbeeld in een arm of been.
- Gegeneraliseerde aanvallen. Dit zijn aanvallen waarbij de hele hersenen betrokken zijn. Hierbij is er een verstoring van de prikkeloverdracht in beide hersenhelften. Tijdens zo'n aanval is het bewustzijn verstoord en kunnen de mensen zich nadien vaak niets meer herinneren. Dit zijn ook de aanvallen met bewustzijnsverlies en ritmische trekkingen van armen en benen (een gegeneraliseerde tonisch-clonische aanval).
Status epilepticus
Een status epilepticus is een aanval of reeks aanvallen, die langer dan 10 minuten duurt. Bij alle vormen van epilepsie kan een status epilepticus optreden, maar het komt vrij zelden voor. Wij raden u aan een status epilepticus wel direct bij u behandelende arts te melden.
De meeste epileptische aanvallen zijn goed te herkennen als epilepsie, maar er bestaan ook zeldzamere, moeilijk te herkennen soorten aanvallen. De plaats van de tumor in de hersenen bepaalt mede wat voor verschijnselen er bij een aanval optreden. Kenmerkend voor een epileptische aanval is dat het in aanvallen optreedt, meestal kort duurt (enkele seconden of minuten) en vanzelf weer overgaat. Voor uitgebreide informatie over epilepsie: zie omgaan met epilepsie. Het is verstandig om de epileptische aanvallen met datum, tijd, duur en beleving op een lijstje bij te houden en bij het volgende dokter bezoek met de arts te bespreken..
Uitvalverschijnselen
Onder neurologische uitvalverschijnselen verstaat men uitval van motoriek (verlamming), van het gevoel (‘verdoofd gevoel’) en van gehoor, gezichtsvermogen of spraak. De aard van het functieverlies hangt nauw samen met schade aan een specifiek deel van de hersenen (zie figuur). In principe kan elke functie aangedaan worden. Er bestaan gebieden in de hersenen, waar een tumor een groot volume kan innemen voordat uitvalverschijnselen optreden. Deze gebieden worden wel ‘stille’ hersengebieden genoemd, maar dit is eigenlijk onjuist: alle hersengebieden dragen bij aan het functioneren van de hersenen als geheel. Een typisch voorbeeld is een tumor in het voorste deel van de hersenen (frontale kwabben). Patiënten met een frontale tumor kunnen lijden aan veranderingen van het karakter en ‘onhandigheid’. Op andere plaatsen in de hersenen kunnen kleine beschadigingen soms forse symptomen geven. Zo kan een tumor in de linker slaapkwab (temporaalkwab) woord vindstoornissen veroorzaken: een patiënt weet wat hij of zij wil zeggen, maar kan niet op de juiste woorden komen en kan woorden niet goed begrijpen. Andere klachten, met het bijbehorende hersengebied tussen haakjes, zijn:
- krachtsverlies (motore cortex, hersenstam)
- geheugenstoornissen (temporaal kwab en verschillende andere gebieden)
- klachten van evenwicht en coördinatie (kleine hersenen oftewel cerebellum)
- doofheid (brughoek)
- gezichtsvelddefecten, blinde vlekken in een deel van het gezichtsveld (occipitale cortex).
- problemen met spraak
- problemen met reuk
Behandeling epilepsie
Binnen de neuro-oncologie is helaas een gebrek aan epilepsie deskundigheid. Men is vooral gefocused op het behandelen van de hersentumor en epilepsie is een bijzaak, een vervelende complicatie van de hersentumor. Daarom zien we na een eerste aanval dat het gebruikelijk is dat de hersentumorpatiënt direct het paardenmiddel Keppra voorgeschreven krijgt. Echter bij een patiënt met alleen epilepsie en geen hersentumor krijgt deze patiënt niet direct na een eerste behandeling anti-epileptica voorgeschreven, maar wil men zien hoe erg het is met de aanvallen. Wanneer komt de tweede aanval? Binnen een week? Dan aan de anti-epileptica, maar soms blijft het jaren uit...
Wat je ziet binnen de neuro-oncologie is dat patiënten jarenlang anti-epileptica slikken. Echter in 70% van de patiënten waar een epileptische aanval de hersentumordiagnose aan kondigde en waar een operatieve verwijdering van de hersentumor plaatsvond, is ook de epileptische haard verdwenen. Dus slikken deze patiënten voor niets de epilepsie medicatie door. Door dat de hresentumor veelal doorgroeit en epilepsie veroorzaakt wordt door schade aan de hersenen, komt de epilepsie vroeger of later weer terug. Maar dat is niet een reden om patiënten automatisch anti-epileptica te blijven voorschrijven. Vooral laaggradige hersentumorpatiënten kunnen na de hersentumor verwijdering jarenlang vrij zijn van aanvallen.
Waar wij ook voor willen waarschuwen is de infusen welke aan epilepsiepatiënten worden gegeven na een aanval op de eerste hulp bij ziekenhuizen. Hersentumorpatiënten krijgen na een aanval hier direct een infuus ingebracht waardoor 2 weken anti-epileptica in 1-2 uur de aderen in wordt gejaagd. hierdoor volgt vaak een gevaarlijk lage hartslag en/of een gevaarlijk lage bloeddruk. Echter, het infuus protocol is er alleen voor epilepsie patiënten die in een "status epileptica" zitten. Dat is een status waarbij de patiënt niet uit zijn epielsie aanval kan komen, of opeenvolgende insulten ervaart. Dus patiënten die compleet helder de ambulance uit komen na een epieleptische aanval behoren dit monste infuus niet te krijgen.
Epilepsie behandelcentra
Het gebeurt ook dat de epilepsie niet in te regelen valt door medicijnen. Ongeveer 30% van de patiënten reageert niet of nauwelijks op anti-eplieptica. Het ene na het andere medicijn breekt men dan door heen met de insulten. Deze patienten doen er goed aan om zich te melden bij centra met specifieke kennis voor epilepsie. En een behandelingplan door hun te laten opstellen en niet door de eigen neuroloog. Soms wordt opereren in deze moeilijk inregelbare patiënten als enige optie gezien.
Symptomen anti-epileptica
Anti-epileptica is een drugs. De meeste anti-epileptica medicijnen behoren tot de medcijnen die worden ingezet voor depressieve mensen. In deze groep kwam men er achter dat met het verdoven van de signaaloverdracht er ook minder of geen epileptische activiteit voor kwam bij depressieve epilepsie patiënten. En zo is het anti-depressum de epilepsie wereld binnen gedrongen. Hersentumorpatiënten met epilepsie kunnen van anti-epileptica zeer slaperig worden, depressief worden, lusteloos, agressief, gevoelens van zelfmoord krijgen, enorm vraatzuchtig worden. Weet dat er tientallen soorten anti-epileptica bestaan, en dat je zodra je bovenstaande gevoelens je overvallen dat je om een ander middel moet vragen. Veel neurologen zullen deze bijwerkingen van anti-epileptica niet willen herkennen en toeschrijven aan de hersentumorproblematiek. Volg altijd je gevoel hierin en laten je niet overrulen.